Persbericht
Leuven, 18 december 2023
Historisch assisenproces tegen verantwoordelijken voor misdaden tegen de mensheid op Belgische missionarissen in Guatemala – Burgerlijke partijen tevreden met levenslange opsluiting en onmiddellijke aanhouding van vijf beschuldigden
Afgelopen donderdag 14 december, na 11 zittingsdagen, kwam de jury in Leuven tot een eindoordeel in het historisch assisenproces over de moord en de ontvoering van vier Belgische missionarissen in Guatemala in de jaren ’80. De Scheutisten Walter Voordeckers, Ward Capiau, Paul Schildermans en Serge Berten werden in de periode tussen mei 1980 tot januari 1982 het slachtoffer van de hevige repressie in Guatemala, en respectievelijk vermoord en ontvoerd. Volgens het rapport van de Ophelderingscommissie (CEH) uit 1999 vielen tijdens de burgeroorlog tussen 1962 en 1996 in totaal 200.000 Guatemalteekse doden, en zijn 45.000 personen vermist.
De pogingen van de familieleden van de Belgische slachtoffers om in Guatemala gerechtelijke onderzoeken te doen starten bleven zonder resultaat. Daarom kozen ze voor een procedure in België, waar in de jaren ’90 het principe van de ‘universele jurisdictie’ voor internationale misdrijven in de wetgeving was opgenomen. Op basis daarvan dienden de familieleden van Walter Voordeckers en Serge Berten in januari 2001 een klacht met burgerlijke partijstelling in bij de onderzoeksrechter te Brussel, en de familie van Ward Capiau en de congregatie van Scheut (CICM) sloten zich later hierbij aan. Het gerechtelijk onderzoek duurde 21 jaar, tot in 2022, waarna eerst de Raadkamer en daarna de Kamer van Inbeschuldigingstelling de zaak doorverwezen naar het Assisenhof van Vlaams-Brabant.
In de akte van beschuldiging richtte de Procureur zich tegen vijf kopstukken uit het politieke en militaire apparaat van Guatemala in de jaren tachtig, die als intellectuele daders van de misdaden tegen de mensheid konden worden beschouwd. Geen van hen was fysiek aanwezig of vertegenwoordigd, en het proces vond plaats in hun afwezigheid, conform de Belgische wetgeving. Het Assisenhof veroordeelde allen tot levenslange opsluiting en beval hun onmiddellijke aanhouding. Het veroordeelde hen ook tot de gerechtskosten.
De vijf veroordeelden zijn:
- Angel Aníbal Guevara Rodriguez, toenmalig minister van defensie; voor de doodslag op Walter Voordeckers;
- Donaldo Alvarez Ruiz, toenmalig minister van binnenlandse zaken; voor de doodslag op Walter Voordeckers en Ward Capiau, de gevangenneming en marteling van Paul Schildermans, en de gedwongen verdwijning van Serge Berten;
- Pedro García Arredondo, toenmalig hoofd van de geheime dienst ‘Comando 6’ van de politie; voor de doodslag op Walter Voordeckers en Ward Capiau, de gevangenneming en marteling van Paul Schildermans, en de gedwongen verdwijning van Serge Berten;
- Manuel Benedicto Lucas García, toenmalig stafchef van het leger; voor de doodslag op Ward Capiau, de gevangenneming en marteling van Paul Schildermans, en de gedwongen verdwijning van Serge Berten;
- Manuel Antonio Callejas y Callejas, toenmalig hoofd van het directoraat inlichtingen van de generale staf van het leger; voor de doodslag op Ward Capiau, de gevangenneming en marteling van Paul Schildermans, en de gedwongen verdwijning van Serge Berten.
Vermits een beschuldiging van gedwongen verdwijning deze van moord technisch uitsluit, en vermits het lichaam van Serge Berten nooit kon gevonden worden, werd de beschuldiging van moord op Serge uiteindelijk niet weerhouden door het Assisenhof en volgde technisch een vrijspraak op dit punt voor de vijf beschuldigden. Callejas y Callejas werd vrijgesproken voor de doodslag op Walter Voordeckers omdat onvoldoende aangetoond kon worden dat hij op dat ogenblik al in functie was.
Het arrest situeert de misdaden tegen de mensheid door de vijf veroordeelden expliciet binnen het kader van “een veralgemeende of stelselmatige aanval op de burgerbevolking” die in die periode het hele land teisterde.
Opmerkelijk is ook dat het Hof de kwalificatie van de “gemeenschappelijke criminele onderneming” weerhield, zoals door het Openbaar Ministerie gevorderd. Hiermee geeft het aan dat de veroordeelden uitvoering gaven aan “een gemeenschappelijk plan om wederrechtelijk de politieke controle over Guatemala te verkrijgen en/of te behouden door, onder meer, het laten plegen door eenheden van het leger, door eenheden van de nationale politie en/of door paramilitaire organisaties, van misdaden tegen de mensheid ten aanzien van personen die als tegenstanders van het regime werden beschouwd”. Het gaat om een primeur in het Belgisch recht.
De eerste twee veroordeelden zijn momenteel voortvluchtig, de andere drie vertoeven in de gevangenis of onder militair toezicht in Guatemala. De kans dat ze aan België worden uitgeleverd is klein.
Toch reageren de burgerlijke partijen opgelucht én tevreden op de uitspraak van de assisenjury:
- Carlos Colson (Walter Voordeckers was zijn oom) zei: “Naast de extra informatie en de veroordeling, ben ik vooral onder de indruk van de motivatie van de rechtbank die het lijden van de andere slachtoffers, de Guatemalteken, die niet beschermd worden door onze wet, ook in de verf heeft gezet en het regime onvoorwaardelijk heeft veroordeeld.”;
- Johan Capiau, broer van Ward, liet het volgende optekenen: “We zijn opgelucht en onze gedachten gaan uit naar de vele moedige mannen en vrouwen die hun leven hebben gegeven voor een rechtvaardig Guatemala.”;
- De broers van Serge Berten: “Er is bijna op de hele lijn een veroordeling geweest. Voor Serge wel enkel over het ontnemen van zijn vrijheid, niet voor de moord. Dat is omdat er nooit een lichaam is gevonden en men de moord niet kan bewijzen.”
De vzw Guatebelga werd in 2002 opgericht als steunvereniging voor de familieleden in hun zoektocht naar waarheid en gerechtigheid. Ze organiseert ook activiteiten die de solidariteit tussen Guatemala en België vormgeven, zoals de tweejaarlijkse uitreiking van de Quetzalprijs voor Mensenrechten en Democratie in Guatemala. De vereniging drukt eveneens haar tevredenheid uit met het arrest van de assisenjury. Het vormt het eindpunt van de lange zoektocht voor de misdaden tegen de mensheid begaan tegen de vier Belgische slachtoffers, en tegen de bevolking van Guatemala. Bovendien is ze van oordeel dat de wereldwijde strijd tegen de straffeloosheid voor ernstige schendingen van de mensenrechten hiermee een belangrijk Belgisch hoofdstuk heeft gekregen.
Guatebelga dankt alle personen en organisaties die op een of andere wijze hebben bijgedragen tot het bereiken van dit resultaat van harte. Ze neemt zich voor om deze lange zoektocht te documenteren aan de hand van geschreven en audiovisuele middelen, waarvoor ze bijkomende financiële steun zoekt.
U kan op de volgende manieren bijdragen tot dit doel:
Naam | Rekeningnummer | Opmerkingen |
Guatebelga vzwwww.guatebelga.be | BE69 0013 6295 4878 | Rechtstreekse werkingsmiddelen |
FUND ON TRANSITIONAL JUSTICE, KU LeuvenFund on Transitional Justice – Fondsenwerving (kuleuven.be) | BE45 7340 1941 7789 | Mededeling meegeven: +++400/0013/25909+++Bedragen vanaf 40€ geven recht op een fiscaal attest. |
Voor meer informatie over het assisenproces en de werking van Guatebelga kan men contact opnemen met de volgende personen:
Carlos Colson | neef van Walter Voordeckers burgerlijke partijsecretaris Guatebelga | +32 475 51 55 94carlos.colson@gmail.com |
Raf Allaert | Scheutist in Guatemalagetuigevoorzitter Guatebelga vzw | +32 470 85 89 97 |
Guido De Schrijver | Scheutist in Guatemalagetuige | +32 472 40 69 87 |
Stephan Parmentier | expert mensenrechtenvice-decaan internationalisering Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen, KU Leuven | +32 16 32 51 15 stephan.parmentier@kuleuven.be |
Michaël Verhaeghe | Advocaat | +32 475 549 646michael.verhaeghe@telenet.be |
Luc Walleyn | Advocaat | +32 475 89 83 86 |